Als aan u een auto van de zaak ter beschikking staat, is de bekende bijtelling van toepassing. Voor ondernemers in de inkomstenbelasting kan die bijtelling niet hoger zijn dan de werkelijke autokosten in een jaar.
Bijtelling te hoog
In een zaak die was voorgelegd aan de Hoge Raad had een ondernemer navorderingsaanslagen ontvangen, omdat volgens de inspecteur de werkelijke kosten voor de bijtelling op het inkomen vanwege het privégebruik van auto’s van de zaak te laag waren aangegeven. De ondernemer bestreed dit en gaf aan dat de werkelijke autokosten lager waren dan het bedrag van de bijtellingen.
Boekverlies
De inspecteur stelde dat de werkelijke autokosten door de ondernemer niet juist waren berekend. Gedurende de jaren waarin de auto’s ter beschikking stonden, waren enkele ervan met boekverlies verkocht. Dit boekverlies was niet in de werkelijke autokosten meegenomen, dat had volgens de inspecteur wel gemoeten.
Incidenteel resultaat
De Hoge Raad oordeelt in het arrest dat boekverliezen in principe niet tot de werkelijke autokosten behoren. Volgens de Hoge Raad is dit boekverlies aan te duiden als een incidenteel resultaat dat geen invloed heeft op de kosten van het privégebruik.
Uitzondering
Volgens de Hoge Raad bestaat er op dit uitgangspunt een uitzondering wanneer het auto’s betreft die behoren tot de bedrijfsvoorraad van een onderneming en er dus op de auto’s niet wordt afgeschreven. Hierover heeft de Hoge Raad in 2005 beslist dat een waardevermindering wegens gebruik of een verkoopverlies dan wél tot de werkelijke kosten behoort. In dat geval zijn die kosten dus wel van belang om te kunnen bepalen of de werkelijke autokosten hoger zijn dan de bijtelling.