Een algemeen nut beogende instelling (ANBI) of een sociaal belang behartigende instelling (SBBI) kan, onder voorwaarden, extra kosten in aftrek brengen als er vrijwilligers werkzaam zijn. Dit wordt ook wel de fictieve loonkostenaftrek genoemd.
Vrijwilligers
Een vrijwilliger is in dit verband een natuurlijke persoon die arbeid voor de ANBI of SBBI verricht zonder daar een beloning voor te ontvangen of tegen een beloning die in belangrijke mate (= 30% of meer) lager is dan in het economische verkeer gebruikelijk is.
Voorwaarden
Voorwaarden voor de aftrek zijn:
- De ANBI/SBBI specificeert in zijn administratie hoeveel uren de vrijwilligers hebben gewerkt en tegen welke werkelijke beloning (per vrijwilliger).
- De ANBI/SBBI neemt in zijn administratie de NAW-gegevens van de vrijwilligers op.
Let op! Voor een SBBI geldt nog een extra voorwaarde. De SBBI moet zijn winst hoofdzakelijk (= voor 70% of meer) behalen met de inzet van de vrijwilligers.
Aftrek fictieve loonkosten tegen minimumloon
Als aan de voorwaarden wordt voldaan, kan de ANBI of SBBI fictieve loonkosten in aftrek brengen tot een bedrag van het aantal door de vrijwilligers gewerkte uren, verrekend met het wettelijk minimumloon.
Let op! Van het bedrag van deze fictieve loonkosten moet nog wel de daadwerkelijke beloning die de vrijwilligers ontvangen worden afgetrokken. Van het bedrag van deze fictieve loonkosten moet daarnaast ook een eventuele aftrek van kenbaar fondswervende activiteiten worden afgetrokken.
Aftrek fictieve loonkosten tegen hoger bedrag
Als de ANBI of SBBI aannemelijk kan maken dat in het economische verkeer voor de arbeid van de vrijwilliger een hoger loon dan het minimumloon gebruikelijk is, mogen de fictieve loonkosten tegen dit hogere loon berekend worden. Dat levert dan dus een hogere aftrekpost op.
Let op! De aftrek van fictieve loonkosten kan nooit leiden tot een verlies.