Als ondernemers gebruikmaken van gemeentegrond, kan een gemeente hiervoor precariobelasting heffen. Daarbij moet een gemeente de belangen van betrokken ondernemers meewegen anders loopt de gemeente het risico dat de belastingaanslagen worden vernietigd.
Precariobelasting
Volgens de gemeentewet kan precariobelasting worden geheven vanwege het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. Een bekend voorbeeld is de precariobelasting die wordt geheven vanwege de aanwezigheid van het terras van een café. De gemeente moet de invoering of wijziging van precariobelasting vaststellen via een verordening.
Belangen belanghebbenden
In een zaak die speelde voor het gerechtshof in Den Bosch, nadat deze was verwezen door de Hoge Raad, besliste het Hof dat bij het vaststellen of wijzigen van de precariobelasting de belangen van betrokkenen moeten worden meegewogen. In de betreffende zaak bleek niet dat dit was gebeurd, waarop de aanslagen precariobelasting werden vernietigd.
IJscoman de klos
In de betreffende zaak had een ijscoman een aanslag precariobelasting ontvangen voor de ventplaatsen waarop hij met zijn ijscokarren stond in de gemeente Epe. Hiervoor betaalde hij al sinds 1985 precariobelasting. Bij vaststelling van de verordening was het tarief per dag gemaximeerd, om met name kleinere zelfstandigen tegemoet te komen. Vanaf 2016 besloot de gemeente echter om deze maximering los te laten.
Belangen afgewogen?
Voor het Hof stond de vraag centraal of de gemeente met het loslaten van de maximering de gerechtvaardigde belangen van belanghebbenden ook had meegewogen. De gemeente beweerde van wel, maar kon dit niet hard maken. De gemeenteraad had bij het wijzigingsvoorstel geen vragen gesteld en dus waren alle belangen meegenomen, aldus de gemeente. Het Hof dacht hier echter anders over.
Volgens het Hof betekende dit echter dat de besluitvorming onzorgvuldig was en onvoldoende gemotiveerd. Het Hof besliste dan ook dat de aanslagen precariobelasting moesten worden vernietigd.