Voor de bouw was 2020 een ander jaar dan voor de meeste mkb-branches. Het werk kon dankzij een doorwerkprotocol over het algemeen doorgaan, waardoor de impact van corona voor bouwbedrijven in het mkb relatief beperkt bleef. De netto-omzet is met bijna 4 procent toegenomen. Daarmee deed de bouw het veel beter dan het mkb-gemiddelde (+0,6 procent). De winst is met 5,5 procent gestegen, tegenover een mkb-gemiddelde van +9,3 procent. De ontwikkeling van de brutomarge was met +3,2 procent opnieuw bovengemiddeld.
Dit blijkt uit het nieuwe SRA-rapport ‘Branches in Zicht 2021, de harde cijfers van Nederlandse ondernemingen’.
Winst over de jaren
De winsttoename is in het perspectief van de afgelopen vijf jaar zeer matig. In 2019 noteerde de bouw nog een verdubbeling van de winst en ook de jaren daarvoor nam de winst jaarlijks met 26 tot 81 procent toe. De branche heeft dus jaren achtereen gepiekt, met de hoogste winststijgingen van het hele mkb, maar groeide in 2020 juist minder hard dan gemiddeld (zie de grafiek).
Grote onderlinge verschillen
Hoewel het beeld over 2020 voor de bouw als geheel positief is, lopen de cijfers binnen de branche behoorlijk uiteen. Zo zag bijna drie op de tien bedrijven de winst met 50 procent of meer toenemen, terwijl ruim 21 procent een winstdaling van 50 procent of meer voor de kiezen kreeg.
Bouwinstallatie en afwerking blinken uit
Wat betreft deelbranches was de omzetontwikkeling vooral sterk bij bouwinstallatiebedrijven. Zij profiteren nog steeds van de vraag naar nieuwbouw en verbouw op de woningmarkt en de groei van duurzame investeringen. Het resultaat voor belasting was voor bouwinstallateurs opnieuw positief, maar bleef enigszins achter bij de omzetontwikkeling over 2020. Bij de bedrijven die zich richten op de afwerking van gebouwen was de winstontwikkeling juist relatief sterk.
Stijging loonkosten
De personeelskosten in de bouw zijn vorig jaar met ruim 3 procent gestegen. De loonkosten zijn met bijna 6 procent toegenomen, de uitgaven aan pensioenpremies met bijna 9 procent. De post ‘overige personeelskosten’ is sterk gekrompen, mogelijk door aftrek van de NOW-regeling.
Groei eigen vermogen
Het eigen vermogen is in de bouw bijna 19 procent hoger uitgekomen. De langlopende schulden zijn met bijna 1 procent toegenomen, de kortlopende schulden met bijna 13 procent.
Financiële positie verbeterd
De financiële positie van bedrijven in de bouw is duidelijk verbeterd. Uit de analyse van SRA-BiZ blijkt dat het percentage ondernemingen dat aan de financiële verplichtingen kan voldoen (een PD-rating < 1 procent), is uitgekomen op 90,8. Dit betekent een verbetering ten opzichte van het voorgaande jaar. De branche doet het daarmee ook duidelijk beter dan het mkb-gemiddelde.