Bij agrariërs komt het nogal eens voor dat men bij elkaar onderling af en toe diensten verricht. Brancheorganisatie LTO-Nederland heeft hierover met de Belastingdienst een convenant gesloten, zodat duidelijk is hoe deze inkomsten fiscaal moeten worden aangemerkt.
Wat zijn de afspraken
Afgesproken is dat de inkomsten die bij een collega verdiend worden, als winst worden aangemerkt als voldaan wordt aan de volgende eisen:
- Tussen de opdrachtnemer en de opdrachtgever is sprake van een overeenkomst van opdracht of een arbeidsovereenkomst.
Hiervoor kan gebruikt worden gemaakt van de Modelovereenkomst voor branche of beroepsgroep | LTO Nederland Agrarische werkzaamheden, geen werkgeversgezag Beoordeling Belastingdienst nr. 9041634635 | 04 mei 2016, de Algemene modelovereenkomst geen werkgeversgezag, opgesteld door de Belastingdienst nr. 9015550000- 06-2 | 29 – 02 – 2016 of van een arbeidsovereenkomst. - De werkzaamheden bij de andere onderneming zijn ondergeschikt aan de werkzaamheden in de eigen onderneming.
Dit is het geval als maximaal 30% van de totaal bestede tijd bij de collega wordt gewerkt, met een maximum van 600 uur per jaar. - De werkzaamheden zijn soortgelijk als die worden verricht in de eigen onderneming.
Dit is het geval als beide ondernemingen dezelfde agrarische SBI-code gebruiken. Daarnaast zijn ook werkzaamheden in het kader van agrarisch natuur- en landschapsbeheer, zoals bedoeld in de ’Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer’ (SVNL) voor het beheer van natuur en landschap, en de ‘Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap’ (SKNL), voor investeringen in natuur en landschap (omvorming, inrichting en kwaliteitsontwikkeling) soortgelijk.
Aanvullende eisen
Bij een maatschap of VOF is van belang dat het verdiende inkomen in de maatschap of VOF wordt ingebracht. Verder is van belang dat voor de btw op de inkomsten hetzelfde regime van de eigen onderneming van toepassing is.