Als agrariër kunt u voor de WOZ-waardering voor grasvelden de cultuurgrondvrijstelling krijgen. Aan welke eisen moet u voldoen en hoe berekent u deze vrijstelling?
Vrijstelling cultuurgrond
De Wet-WOZ kent een vrijstelling voor de ten behoeve van de land- of bosbouw bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond. Dit voor zover die cultuurgrond niet de ondergrond vormt van gebouwde eigendommen zoals stallen of loodsen. Onlangs vocht een collega van u zijn zaak uit voor de rechter, omdat de gemeente zijn grasland volledig in de waarde had betrokken.
Wat is landbouw voor de WOZ?
De rechter kwam allereerst tot de conclusie dat voor de WOZ onder landbouw ook weidebouw en veehouderij vallen. Uw collega gebruikte het grasland voor het fokken van paarden en in het kader van een paardenpensioen.
Eisen aan de vrijstelling
Om voor de vrijstelling in aanmerking te komen gelden eisen. Zo mag cultuurgrond om voor de vrijstelling te kwalificeren, slechts voor een klein deel, maximaal 10%, voor niet-bedrijfsmatige doeleinden worden gebruikt. Denk hierbij aan het houden van hobbypaarden. De bedrijfsactiviteiten ten dienste waarvan de grond wordt gebruikt, dus voor minstens 90%, moeten bovendien in ieder geval voor een deel uit landbouwactiviteiten bestaan.
Welk deel is vrijgesteld?
Voor de vrijstelling is verder van belang dat de dieren of producten die de dieren voortbrengen zoals melk, bestemd zijn voor de verkoop. Dat gold dus niet voor de activiteiten in het geval van het paardenpensioen. Dit deel betrof 85% à 90% van alle activiteiten. Het fokken van de paarden kwam neer op 10-15% van de activiteiten.
Evenredige vrijstelling
De rechter kwam daarop tot de conclusie dat in deze case dus 10% à 15% van alle in aanmerking kwam voor de cultuurgrondvrijstelling.