De Wet Afdrachtvermindering Onderwijs bestaat niet meer, maar er worden nog wel talloze procedures over gevoerd. Daarbij staat vaak centraal hoeveel beroepspraktijkvorming (BPV) er moet zijn gevolgd.
Tot 1 januari 2014 konden werkgevers gebruik maken van de Wet Afdrachtvermindering Onderwijs (WVA Onderwijs). Voor werknemers die werken en leren in het bedrijf combineerden, kon een fiscale tegemoetkoming van zo’n €2.700 per jaar worden verkregen. Over de al dan niet terechte toepassing van de tegemoetkoming is de fiscus opnieuw in het ongelijk gesteld.
Volledige BPV verplicht volgen?
Eerder stelde de Hoge Raad vast dat voor de tegemoetkoming niet vereist is dat de volledige opleiding gevolgd had moeten worden. In een nieuw arrest is onlangs bepaald dat ook niet de volledige BPV gevolgd moet worden, om als werkgever aanspraak op de tegemoetkoming te kunnen doen.
Let op! In talloze geschillen die thans met de fiscus worden uitgevochten, stelt de fiscus zich nog steeds op dit standpunt. Met een beroep op dit arrest (ECLI:NL:HR:2017:2658) kunt u dit met succes aanvechten.
Wat is wel vereist?
Uit het arrest blijkt dat niet de volledige BPV van de gehele opleiding moet zijn gevolgd. Het arrest van de Hoge Raad maakt duidelijk dat slechts ten minste BPV moet zijn gevolgd die deel uitmaakt van een opleiding van de beroepsbegeleidende leerweg. Deze opleiding moet overigens ook vallen binnen de voorwaarden die de Wet educatie beroepsonderwijs stelt.