Transportondernemers (eigen rijders) mogen in 2019 een hoger bedrag aan verblijfskosten aftrekken. Dit heeft de Belastingdienst bekendgemaakt.
Vast bedrag
Het bedrag dat per dag aan verblijfskosten van de winst mag worden afgetrokken, is vastgesteld op € 37,50. Dit is € 1 meer dan vorig jaar.
Werkelijke verblijfskosten
In plaats van het vaste bedrag mag u er ook voor kiezen de werkelijke verblijfskosten ten laste van de winst te brengen. In dat geval moet u deze kosten wel aantonen en facturen kunnen overleggen. Dat hoeft niet als u van het vaste bedrag uitgaat.
Voorwaarden
Aan de aftrek zijn wel voorwaarden verbonden. Zo moet een rit in beginsel langer duren dan 24 uur en mag de verste bestemming niet in Nederland liggen. Ook moet het aantal gereden dagen aangetoond kunnen worden, bijvoorbeeld met behulp van tachograafschijven en rittenstaten.
Ritten korter dan 24 uur
De regeling geldt ook voor internationale ritten korter dan 24 uur, maar alleen als deze starten op meer dan 50 kilometer van uw woonadres. De ritten moeten dan wel op aaneengesloten dagen plaatsvinden en het hele traject van de rit moet ook minstens 50 kilometer van uw woonadres liggen.
Heeft u vragen over de aftrek voor eigen rijders, neem dan contact met ons op.