De medische zorg zag de omzetgroei in 2017 versnellen van 6% naar bijna 10%. Daarmee presteerde de branche beter dan het landelijk gemiddelde van 8%. Ondanks een bovengemiddelde stijging van de personeelskosten trok de winstgroei aan naar bijna 14%, versus 15,5% voor het totale mkb. De brutomarge liep eveneens op, met bijna 10%. In 2016 bedroeg dit nog 7%. Al met al heeft de medische zorg een goed jaar achter de rug.
Dit blijkt uit het nieuwe SRA-rapport ‘Branches in Zicht 2018, de harde cijfers van Nederlandse ondernemingen’.
Grotere verschillen
Opvallend was dat het percentage zorgondernemers dat de omzet zag stabiliseren of toenemen, licht is afgenomen ten opzichte van het voorgaande jaar. In 2016 was dat ruim 67%, vorig jaar bijna 65%. Het percentage zorgondernemers met een stabiele of hogere winst nam eveneens iets af van 58% tot bijna 55%. Hoewel de omzet- en de winstgroei per saldo zijn toegenomen, geldt dat dus voor minder ondernemers. De onderlinge verschillen zijn dus toegenomen.
Huisartsen en fysiotherapeuten blijven achter
Huisartsen en fysiotherapeuten kenden in vergelijking met andere eerstelijns zorgverleners een relatief moeilijk jaar. Het aantal huisartsen is in de afgelopen jaren weliswaar toegenomen, maar omdat de vraag naar verwachting veel sterker zal stijgen dan het aanbod, is vooral het rendement een punt van zorg.
Hogere loonkosten
Net als in voorgaande jaren liepen de personeelskosten, met afstand de grootste kostenpost van een zorgorganisatie, sneller op. De stijging van bijna 10% was veel sterker dan in 2016 (bijna 8%) en 2015 (3%), terwijl er in 2014 nog sprake was van een lichte krimp. De loonkosten stegen met 10,5%, versus 8% een jaar eerder. De krapte op de arbeidsmarkt speelt hier een rol in.
Financieel gezonder
Tot slot is het eigen vermogen in 2017 met 25% sterk verbeterd ten opzichte van +7% een jaar eerder. De zorg presteert daarmee bovengemiddeld. Daarnaast is de solvabiliteit verder aangetrokken, van 5,6% in 2016 naar bijna 9% vorig jaar.