Land- en tuinbouwers die tijdelijk arbeidsmigranten inhuren, hebben vanaf nu een eigen keurmerk voor de huisvesting van hun personeel. Vanaf september 2020 moeten alle ondernemers in de agrarische sector die buitenlandse werknemers onderdak bieden en de huisvestingskosten op het loon willen inhouden, gecertificeerd zijn.
De vakbonden en land- en tuinbouworganisaties hebben het Agrarisch Keurmerk Flexwonen opgericht om de kwaliteit van huisvesting voor arbeidsmigranten te borgen. Uit jaarverslagen van de inspectiedienst SZW blijkt namelijk dat er vaak misstanden bij tijdelijke huisvesting zijn. Naar schatting hebben in de agrarische sector elk jaar zo’n honderdduizend arbeidsmigranten een onderkomen nodig.
Keurmerk voor kwaliteit en veiligheid
Met het Agrarisch Keurmerk Flexwonen wordt de kwaliteit en de veiligheid van kortdurende huisvesting op het erf gewaarborgd. Werkgevers met het keurmerk kunnen hiermee maximaal 20% op het minimumloon van het personeel inhouden voor het verleende onderdak. In het keurmerk staan duidelijke afspraken over bijvoorbeeld kookvoorzieningen, sanitair, hygiëne en onderhoud.
De normen zijn door de werknemers- en werkgeversorganisaties vastgesteld op basis van eerdere cao-afspraken. Een onderneming moet zich jaarlijks laten keuren om het keurmerk te mogen voeren. LTO Nederland beheert het keurmerk dat gefaseerd wordt ingevoerd. Zij verwachten dat minimaal duizend ondernemers gebruik gaan maken van het keurmerk.
Overgangsperiode
SZW heeft een overgangsperiode tot 1 september 2020 ingesteld, zodat ondernemers die huisvesting volgens Flexwonen bieden, onder voorwaarden al de huur mogen verrekenen met het loon van de arbeidskracht. Tot die tijd worden geen boetes uitgedeeld.