Als echtgenoten samen in een vof of maatschap een bedrijf uitoefenen, kunnen ze in beginsel ook allebei recht hebben op ondernemersfaciliteiten, zoals de zelfstandigenaftrek. Een dergelijke samenwerking moet dan wel ‘gebruikelijk’ zijn.
Urencriterium
Voor een aantal ondernemersfaciliteiten, waarvan de zelfstandigenaftrek één van de belangrijkste is, geldt als eis dat de ondernemer minstens 1.225 uur per jaar in het bedrijf werkt én minstens de helft van de werkzame uren.
Niet ondersteunend
Als echtgenoten of partners samen in een vof of maatschap zitten, mogen de gewerkte uren niet meer dan 70% ondersteunend van aard zijn, anders tellen deze niet mee. Deze eis vervalt als de samenwerking ook tussen onafhankelijke derden ‘gebruikelijk’ is.
Wat is ondersteunend?
Bij werkzaamheden van ondersteunende aard moeten we bijvoorbeeld denken aan het verzorgen van de administratie en aan schoonmaakwerkzaamheden. Het is dus van belang dat de kerntaken van de onderneming zoveel mogelijk door beide echtgenoten worden uitgevoerd.
Verschil per branche
Genoemde eisen gelden voor alle vof’s en maatschappen tussen echtgenoten en partners, maar in de praktijk gaat de fiscus ervan uit dat deze samenwerkingsverbanden in bepaalde branches regelmatig voorkomen.
Besluit
In een Besluit uit 2001 wordt door de staatssecretaris aangegeven dat in de agrarische sector, de horeca en de detailhandel samenwerkingsverbanden tussen echtgenoten en partners gebruikelijk zijn.
Ongebruikelijk
Anderzijds wordt er in het Besluit vanuit gegaan dat samenwerkingsverbanden tussen artiesten, autorijschoolhouders, beeldende kunstenaars, pedicures, schoonheidsspecialisten en sportschoolhouders eerder ongebruikelijk zijn. Vof’s en maatschappen tussen echtgenoten en partners binnen dergelijke beroepen zullen door de fiscus dus niet snel worden geaccepteerd.
Tip: Kunt u echter aantonen dat uw vof of maatschap wel gebruikelijk is, dan kunt u toch de ondernemersfaciliteiten claimen.
Garage
Eerder kwam een zaak voor de rechter waarbij het handelde om een garage die via een man/vrouw-vof werd uitgeoefend. Gelet op de activiteiten van de vrouw, achtte de rechter deze samenwerking toch gebruikelijk.
Heeft u vragen over de gebruikelijkheid van samenwerkingsverbanden tussen echtgenoten en partners, neem dan contact met ons op.