Volgende week is het Prinsjesdag. Dan komen er nieuwe belastingplannen voor 2019 op tafel. Een aantal plannen is echter vorig jaar of in de loop van dit jaar al aangekondigd. Enkele belangrijke wijzigingen voor 2019 zetten we dan ook nu al voor u op een rij.
Let op! De meeste voorstellen moeten nog door het parlement worden goedgekeurd. Pas eind december, na de stemmingen in de Eerste Kamer, is een en ander definitief.
1. Verhoging lage btw-tarief
Het lage btw-tarief wordt naar verwachting verhoogd van 6% naar 9%. Het lage tarief is met name van toepassing op eerste levensbehoeften, zoals voedingsmiddelen en drank. Maar ook bijvoorbeeld boeken, tijdschriften, fietsreparaties, de kapper en de meeste bestedingen in de horeca vallen onder het lage tarief.
2. Verlaging tarief energie-investeringsaftrek
De energie-investeringsaftrek (EIA) wordt verlaagd van 54,5% naar 45%. U heeft recht op de EIA als u investeert in energiezuinige goederen die staan vermeld op de Energielijst. U vraagt de EIA aan bij RVO.nl. Uw investering dient minstens € 2.500 te bedragen. Het moment van investeren is hierbij beslissend, dus is het lonend nog dit jaar uw bestellingen te plaatsen.
3. Verhoging autokostenforfait elektrische auto’s
De bijtelling voor volledig elektrische auto’s bedraagt 4%. Vanaf 2019 geldt dit percentage nog maar voor de eerste € 50.000 van de cataloguswaarde. Duurdere elektrische auto’s krijgen te maken met de normale bijtelling van 22% over het meerdere van de cataloguswaarde. De bijtelling blijft na aankoop in beginsel vijf jaar van kracht. Dit betekent dat wanneer u in 2018 nog een elektrische auto koopt die meer kost dan € 50.000, u nog vijf jaar lang kunt profiteren van de lage bijtelling over de volledige cataloguswaarde, ervan uitgaande dat de wetgeving op dit punt tussentijds niet wijzigt.
4. Verlaging Vpb-tarieven met 1%-punt
De tarieven in de vennootschapsbelasting gaan volgend jaar volgens het regeerakkoord met 1%-punt omlaag. Het tarief over de eerste € 200.000 winst bedraagt vanaf 2019 dan ook 19% in plaats van 20% nu. Voor zover de winst meer bedraagt dan € 200.000 betaalt u nu over het meerdere 25%, volgend jaar nog maar 24%. De tarieven worden in 2020 en 2021 met nog eens 1,5%-punt per jaar verlaagd en komen dan in 2021 dus uit op 16% respectievelijk 21%. Vanwege de discussie inzake de afschaffing van de dividendbelasting valt echter niet uit te sluiten dat de tariefsverlaging nog wordt gewijzigd.
5. Verlaging afschrijven bedrijfsonroerend goed
Onroerend goed dat in het eigen bedrijf wordt gebruikt, mag vanaf 2019 nog maar afgeschreven worden tot 100% van de WOZ-waarde. Nu is dit nog tot 50% van de WOZ-waarde. De maatregel geldt niet voor ondernemers in de inkomstenbelasting en is bedoeld als tegenhanger voor de tariefsverlaging in de Vpb van in totaal 4%-punt (zie punt 4).
6. Verlaging EWF naar 0,65%
Het eigenwoningforfait bedraagt voor woningen met een waarde tussen € 75.000 en € 1.060.000 momenteel 0,7% van de WOZ-waarde. Dit percentage gaat omlaag naar 0,65%. Vanwege de sterk gestegen woningprijzen betekent de daling echter niet dat er een even grote lastenverlichting ten aanzien van de eigen woning optreedt.
7. Verlaging tarieven box 3
Sinds enige tijd sluiten de tarieven in box 3 beter aan bij de werkelijk behaalde rendementen op sparen en beleggen. De sterk gedaalde rentetarieven werken volgend jaar dan ook door in de tarieven in box 3. Voor dit jaar gaat de fiscus uit van een rendement op spaargeld van 0,36%. Dat zal in 2019 naar verwachting 0,13% worden. Door uit te gaan van een rendement op spaargeld van 0,13% wordt de heffing over het vermogen ook lager. Voor spaarders met een belastbaar vermogen tot € 70.800, scheelt dit maximaal € 33 aan belasting per jaar. Voor grotere vermogens kan het verschil maximaal oplopen tot € 175. Hierbij is ervan uitgegaan dat het verondersteld rendement op beleggen niet wijzigt.
8. Eerste stap afschaffen aftrek geen of geringe eigen woning schuld
Wie nu geen aftrekbare hypotheekrente heeft, hoeft ook geen eigenwoningforfait in aanmerking te nemen. Deze faciliteit wordt de komende 30 jaren in evenredige stappen afgebouwd, te beginnen in 2019.
9. Verlaging hypotheekrenteaftrek naar 49%
Het maximale tarief waartegen hypotheekrente kan worden afgetrokken, bedraagt volgend jaar 49%, nu nog 49,5%. De geleidelijke afbouw wordt de jaren erna versneld met 3%-punt per jaar tot ongeveer 37% in 2023.
10. Wijzigingen energiebelasting
De energiebelasting op aardgas en elektra wordt gewijzigd, zodat deze beter aansluit bij de CO2-uitstoot. De tarieven in de eerste schijf van de energiebelasting voor aardgas gaat met 3 eurocent omhoog, die voor de eerste schijf voor elektra met 0,72 eurocent omlaag.