Per 1 januari 2023 zijn er weer tal van wijzigingen doorgevoerd voor de werkgever en de dga. Denk aan de extra verhoging van de WKR en de afschaffing van de doelmatigheidsmarge voor het gebruikelijk loon van de dga. Welke tien wijzigingen springen in het oog?
1. Vrije ruimte WKR voor 2023 omhoog
Per 1 januari 2023 wordt de vrije ruimte binnen de WKR tijdelijk verhoogd naar 3% over de eerste € 400.000 van de loonsom. Over het meerdere van uw loonsom wordt de vrije ruimte 1,18%. Deze verhoging geldt voor één jaar. Vanaf 2024 gaat het percentage naar 1,92% over de eerste € 400.000 van de loonsom.
2. Gebruikelijk loon dga 2023
Het normbedrag in de gebruikelijkloonregeling voor de dga stijgt in 2023 naar € 51.000 (2022: € 48.000). De regeling voor gebruikelijk loon geldt voor iedereen die een aanmerkelijk belang heeft in een vennootschap en ook werk verricht voor diezelfde onderneming. Hetzelfde geldt voor de partner die werk verricht in de vennootschap. Zij moeten in de loonaangifte een salaris opnemen dat ‘gebruikelijk’ is voor de werkzaamheden.
Afschaffen doelmatigheidsmarge
Vanaf 2023 is de doelmatigheidsmarge afgeschaft. Voor de bepaling van de hoogte van het gebruikelijk loon mag de dga daarom niet langer uitgaan van 75% van het loon uit de vergelijkbaarste dienstbetrekking. Vanaf 2023 moet de dga uitgaan van 100% van het loon uit de vergelijkbaarste dienstbetrekking.
3. Verhoging reiskosten- en thuiswerkvergoeding 2023
De vrijgestelde reiskostenvergoeding voor eigen vervoer is dit jaar verhoogd naar € 0,21 per km. Vanaf 2024 bedraagt de vergoeding € 0,22 per km.
Werknemers mogen een reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer ontvangen voor de dagen dat zij naar een vaste werkplek reizen. Deze vergoeding kan gegeven worden op basis van de werkelijk gemaakte kilometers, maar u kunt ook een vaste vergoeding toekennen.
Thuiswerkvergoeding
Met ingang van 2023 is de vrijgestelde thuiswerkvergoeding verhoogd naar € 2,15 per dag. De reiskosten- en thuiswerkvergoeding zijn vrijgesteld en komen niet ten laste van de vrije ruimte van de werkkostenregeling.
4. Forse stijging wettelijk minimumloon
Het wettelijk minimumloon stijgt per 1 januari 2023 met maar liefst 10,15%. Daarmee komt het minimumloon voor werknemers van 21 jaar en ouder per maand uit op € 1.934,20. Het minimumloon wordt jaarlijks op 1 januari en 1 juli aangepast aan de cao-lonen. Het minimumloon geldt bij een volledige werkweek. Hoeveel uur dit per week is, verschilt per branche. Dit kan 40 uur zijn, maar sommige branches hanteren een kortere werkweek van bijvoorbeeld 38 of 36 uur. De minimumjeugdlonen bedragen een vast percentage dat afgeleid is van het minimumloon voor werknemers van 21 jaar en ouder. De minimumjeugdlonen stijgen dus ook met 10,15%.
5. Bezwaar tegen een naheffingsaanslag loonheffingen
In een naheffingsaanslag loonheffingen stelt de Belastingdienst naast het te betalen bedrag van de belasting of premies veelal ook andere zaken vast, zoals belastingrente en boete. Vanaf 2023 hoeft u niet meer afzonderlijk bezwaar te maken tegen al die elementen: een bezwaar tegen één element wordt opgevat als een bezwaar tegen alle elementen. Dit geldt ook als u eventueel beroep tegen de uitspraak op uw bezwaar wilt instellen.
6. Rentestop bij naheffingsaanslag loonheffingen
Als u de Belastingdienst verzoekt om een naheffingsaanslag loonheffingen op te leggen of als u een correctiebericht verzendt dat tot een naheffingsaanslag leidt, brengt de Belastingdienst u in bepaalde situaties belastingrente in rekening. Vanaf 2023 berekent de Belastingdienst de belastingrente tot uiterlijk tien weken na ontvangst van uw verzoek, ook als de behandeltermijn langer is.
7. Onbelaste vrijwilligersvergoeding naar € 1.900 in 2023
U kunt vrijwilligers die binnen uw organisatie vrijwilligerswerk verrichten een vergoeding geven die voor de fiscus onbelast is. Deze maximale onbelaste vrijwilligersvergoeding wordt jaarlijks geïndexeerd. De maximale onbelaste vrijwilligersvergoeding is per 1 januari 2023 omhooggegaan naar € 1.900 per jaar.
8. Herstellen van toegepast anoniementarief
U moet het anoniementarief toepassen als een werknemer niet zijn (volledige of juiste) gegevens heeft opgegeven, zoals zijn naam, adres of BSN. Als u in de loop van het jaar alsnog de (volledige/juiste) gegevens ontvangt van uw werknemer, past u vanaf dat moment het reguliere tarief toe. Tot en met 2022 mag u een eerdere inhouding op basis van het anoniementarief niet herstellen. De werknemer kan deze inhouding later verrekenen via zijn aangifte inkomstenbelasting, wat voor hem dan kan leiden tot een teruggaaf.
Vanaf 2023 mag u een eerdere inhouding van loonbelasting/premie volksverzekeringen tegen het anoniementarief wel herstellen na ontvangst van de volledige/juiste gegevens. Dit kan alleen in hetzelfde jaar. U moet dan correcties voor de eerdere aangiften van dat jaar verzenden.
9. Normbedragen 30%-regeling
Voor toepassing van de 30%-regeling geldt een aantal voorwaarden. Een van die voorwaarden is dat de werknemer een specifieke deskundigheid heeft die niet of nauwelijks op de Nederlandse arbeidsmarkt te vinden is. Een werknemer wordt geacht te voldoen aan de deze specifieke deskundigheid als de beloning van de werknemer hoger is dan een vastgestelde salarisnorm. De salarisnorm wordt jaarlijks geïndexeerd. Voor 2023 is de salarisnorm vastgesteld op een belastbaar jaarsalaris van € 41.954 (2022: € 39.467). Deze salarisnorm van € 41.954 is exclusief de eindheffingsbestanddelen en dus exclusief de 30%-vergoeding. In de meeste gevallen wordt niet meer specifiek gecontroleerd op schaarste, maar dit gebeurt wel als bijvoorbeeld alle werknemers met een bepaalde deskundigheid aan de salarisnorm voldoen.
Voor werknemers die voor wetenschappelijk onderzoek of onderwijs werken bij een onderzoekinstelling en voor werknemers die arts in opleiding tot specialist zijn, geldt geen salarisnorm. Voor werknemers die instromen en jonger zijn dan 30 jaar en hun masterdiploma hebben behaald, geldt voor 2023 een salarisnorm van € 31.891 (2022: € 30.001). Het masterdiploma moet vergelijkbaar zijn met een masterdiploma in het Nederlandse wetenschappelijk onderwijs.
10. Subsidieregeling praktijkleren
De subsidie praktijkleren is een tegemoetkoming voor de kosten die werkgevers maken voor de begeleiding van een leerling, deelnemer of student. De subsidieregeling liep tot en met studiejaar 2021/2022. Het Ministerie van OCW heeft echter besloten de regeling met één jaar te verlengen. Ook voor het studiejaar 2022/2023 kunt u dus een subsidie praktijkleren aanvragen. U kunt in 2023 een aanvraag indienen vanaf 2 juni 2023 tot vrijdag 15 september 2023 17.00 uur.