Als werkgever kunt u onbelast zaken aan uw personeel vergoeden, verstrekken en ter beschikking stellen via de werkkostenregeling. Bent u eindheffing verschuldigd, dan moet u die uiterlijk aangeven in het tweede aangiftetijdvak van het volgende jaar.
Is uw aangiftetijdvak bijvoorbeeld een maand, dan moet u de eindheffing over 2021 dus meenemen in de aangifte van februari 2022. Deze geeft u aan én betaalt u dan uiterlijk 31 maart 2022.
Eindheffing
De werkkostenregeling, WKR, kent een vrije ruimte. In 2021 bedroeg deze 3% bij een loonsom tot € 400.000. Over het meerdere van deze loonsom bedroeg de vrije ruimte in 2021 1,18%. U kon er in 2021 voor kiezen om bepaalde vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen toe te wijzen aan deze vrije ruimte. Dit betekent dat deze niet belast zijn bij uw werknemer, maar onbelast tot het maximum van uw vrije ruimte.
Wees u in 2021 meer toe aan de vrije ruimte, dan betaalt u als werkgever hierover 80% belasting via de eindheffing.
Voorbeeld
In 2021 had u een loonsom van € 300.000. U heeft in 2021 aan vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen een bedrag van € 12.500 uitgegeven. Uw vrije ruimte bedroeg 3% x € 300.000 = € 9.000. U moet dus over € 12.500 -/- € 9.000 = € 3.500 de eindheffing afdragen. Die bedraagt 80% x € 3.500 = € 2.800. Deze € 2.800 geeft u uiterlijk aan in het tweede aangiftetijdvak van 2022.
Tip! Niet alles wat u vergoedt, verstrekt of ter beschikking stelt gaat ten laste van uw vrije ruimte. Voor sommige zaken gelden bijvoorbeeld zogenaamde gerichte vrijstellingen of nihilwaarderingen. Dit betekent dat deze zaken uw vrije ruimte niet verlagen.
Let op! In 2022 bedraagt de vrije ruimte in de WKR weer 1,7% van de loonsom tot € 400.000 en 1,18% over het meerdere. Bij eenzelfde bedrag aan vergoedingen en verstrekkingen en overschrijding van de vrije ruimte, betaalt u dit jaar dus meer eindheffing.