Heeft of verwacht u verrekenbare verliezen in de vennootschapsbelasting? Bekijk dan tijdig de gevolgen van de gewijzigde verliesverrekeningsregels. De regels worden verruimd, maar ook beperkt.
In hoofdlijnen
Zo zijn verliezen straks in tijd onbeperkt voorwaarts verrekenbaar. Tegelijkertijd worden verliezen in omvang beperkt verrekenbaar: volledige verliesverrekening is straks slechts mogelijk tot een bedrag van € 1 miljoen.
Waarom?
Het doel van de wijzigingen is om te voorkomen dat bedrijven met winstgevende activiteiten jaren achtereen geen vennootschapsbelasting (Vpb) betalen. De wijzigingen moeten leiden tot een meer geleidelijke verliesverrekening en daarmee stabielere belastinginkomsten.
Verruiming verliesverrekeningsregels Vpb
Momenteel geldt voor de achterwaartse verliesverrekening een termijn van één jaar en voor voorwaartse verliesverrekening een termijn van zes jaar. Dat verliezen vanaf 1 januari 2022 in de tijd onbeperkt voorwaarts verrekenbaar zullen zijn, is een verruiming van de huidige regels.
Beperking verliesverrekeningsregels Vpb
Onder de huidige regels zijn verliezen in omvang onbeperkt verrekenbaar. Daardoor is het bij voldoende verliezen mogelijk om winsten tot nihil te verminderen en daardoor geen vennootschapsbelasting te betalen. Deze praktijken wil het kabinet voorkomen. Daarom zijn verrekenbare verliezen in een jaar tot een bedrag van € 1 miljoen volledig verrekenbaar met de winst. Boven € 1 miljoen is het verlies slechts verrekenbaar met 50% van de resterende belastbare winst van dat jaar. Op die manier is ondanks de aanwezigheid van compensabele verliezen vennootschapsbelasting verschuldigd. Deze voorgestelde beperking is ook van toepassing op de ongewijzigde achterwaartse verliesverrekening van één jaar. Een verlies dat door de voorgestelde beperking in een jaar niet volledig voorwaarts of achterwaarts verrekenbaar is, kan in een volgend jaar met inachtneming van dezelfde beperking worden verrekend.
Let op! Er is geen overgangsrecht. De wijzigingen zijn van toepassing op verliezen die stammen uit boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2013. Verliezen uit boekjaren die zijn aangevangen voor die datum zijn – conform de huidige regels – tot 31 december 2021 verrekenbaar. Daarna verdampen ze.
Tip! Zijn er mogelijkheden om in 2021 bestaande verliezen te verrekenen? Maak daar dan gebruik van!
Tip! Per 1 januari 2019 is de houdsterverliesregeling afgeschaft. Er geldt een overgangsregeling. De wijzigingen gaan ook gelden voor houdster- en financieringsverliezen die onder deze regeling vallen. Ook deze verliezen zijn dus tot een bedrag van € 1 miljoen volledig en daarboven slechts tot een bedrag van 50% van de belastbare houdster- of financieringswinst verrekenbaar. Daarbij blijft de regel gelden dat deze slechts verrekenbaar zijn met houdster- of financieringswinsten.
Let op! De wijzigingen maken dat de omvang van de latente belastingvordering moeilijker is in te schatten. Enerzijds leidt de onbeperkte voorwaartse verliesverrekening tot een hogere latente belastingvordering. Anderzijds leidt de beperking van de omvang van het verrekenbare verlies tot een lagere latente belastingvordering. Daarbij betekent een onbeperkte voorwaartse verliesverrekening dat voor een inschatting van de winstverwachting verder in de toekomst moet worden gekeken.
Heeft u vragen over de gewijzigde regels? Neem dan contact met ons op.