Op 26 mei jongsleden heeft de Eerste Kamer ingestemd met een wetsvoorstel tot vereenvoudiging van de Wajong. De drie regelingen die er nu zijn, worden samengevoegd tot één nieuwe regeling. Uitgangspunt is dat werken moet lonen.
Huidige regelingen
De Wajong is een regeling bedoeld voor jonggehandicapten. Dit zijn personen die voor hun 18e of tijdens een studie een ziekte of handicap hebben. De huidige Wajong kent drie regelingen:
- oWajong (oude Wajong); regeling tot 2010
- Wajong 2010; regeling van 2010 tot 2015
- Wajong 2015; regeling vanaf 2015
Deze regelingen worden tot één nieuwe regeling gevormd. Wat verandert er?
Recht op garantiebedrag
Een Wajonger die werkt, heeft als gevolg van de gewijzigde wetgeving altijd minimaal hetzelfde inkomen als een niet-Wajonger met hetzelfde functieloon die dezelfde uren werkt. Het UWV gaat voor alle werkende Wajongers de nieuwe regels met de oude regels vergelijken. Zou de nieuwe Wajong-uitkering lager uitkomen dan de oude uitkering, dan bestaat recht op een garantiebedrag dat het verschil tussen de oude en nieuwe situatie bij een werkende Wajonger compenseert. De garantietermijn bedraagt 12 maanden. Als de Wajonger zijn of haar baan verliest en binnen 12 maanden weer een nieuwe baan vindt, start de aanvulling weer.
Uitzondering garantieregeling
Van de garantieregeling is een specifieke groep Wajongers uitgezonderd. Het gaat om Wajongers onder de Wajong 2010 die sinds januari 2015 onafgebroken hebben gewerkt en in 2021, 2022 of 2023 in de voortgezette werkregeling, dit is de Wajong-regeling vanaf 2015, zouden instromen. Dit laatste zou een aanvulling tot 100% van het wettelijk minimumloon betekenen. Door de nieuwe regels zou deze aanvulling niet doorgaan. Om die reden ontvangt deze groep Wajongers een garantiebedrag op basis van de voortgezette werkregeling. Naar verwachting betreft het hier een groep van ongeveer 1300 Wajongers.
Studerende Wajonger
Er vindt vanaf september 2020 geen korting plaats op de uitkering van Wajongers die al studeren of van Wajongers die van plan zijn te gaan studeren. Onder voorwaarden kunnen jonggehandicapten zonder arbeidsvermogen al tijdens hun studie in aanmerking komen voor een Wajong-uitkering.
Werken moet lonen
De gedachte in de arbeidsongeschiktheidswetgeving is dat werken moet lonen. Wajongers die minder dan 20% arbeidsvermogen hebben maar toch aan het werk zijn, mogen van iedere verdiende euro € 0,30 houden.
Let op! De nieuwe wet gaat met uitzondering van de regelgeving met betrekking tot de studerende Wajonger op 1 januari 2021 in.