De weg is vrij voor een nieuw pensioenstelsel nu het ledenparlement van de FNV afgelopen zaterdag 4 juli heeft ingestemd met het pensioenakkoord. Dat pensioenakkoord werd in juni 2020 overeengekomen door werkgevers, werknemers en het kabinet. Wat houdt het nieuwe pensioenstelsel in en wat betekent het voor uw bedrijf?
Let op! Het pensioenakkoord dat werkgevers, werknemers en het kabinet zijn overeengekomen wordt nu in een wetsvoorstel verder uitgewerkt en zal begin 2021 naar de Tweede Kamer gaan. Het is de bedoeling dat het nieuwe systeem in 2026 wordt ingevoerd, vanaf 2022 kan begonnen worden met de overstap.
Waarom een nieuw pensioenstelsel?
De sociale partners (vakbonden en werkgevers) en het kabinet praten al jarenlang over een nieuw pensioenstelsel. Reden is dat de arbeidsmarkt verandert (flexibilisering, vergrijzing, meer zzp’ers) en het pensioenstelsel daarop beter moet aansluiten. In 2019 werd er al een akkoord op hoofdlijnen gesloten. Afgelopen jaar hebben sociale partners en het kabinet dit verder uitgewerkt en dat kwam op 12 juni rond. Nu ook de FNV heeft ingestemd, kan het pensioenakkoord definitief worden omgezet in wetgeving.
Wat houdt het pensioenakkoord op hoofdlijnen in?
Kern van het nieuwe stelsel is dat iedereen betaalt voor zijn eigen pensioen. Iedereen heeft dus een zogenaamde beschikbare premieregeling. De pensioenuitkeringen zijn dan afhankelijk van het rendement dat met het pensioengeld wordt gemaakt. Er zijn dus geen harde toezeggingen over de hoogte van pensioenen meer. Gaat de beurs omhoog, dan stijgen de pensioenen mee, gaat de beurs omlaag, dan worden de pensioenen niet geïndexeerd en kunnen ze zelfs dalen. Er is wel een zogenaamde solidariteitsreserve voor onverwachte tegenvallers.
Verdere afspraken
Verder zijn er in het pensioenakkoord over onder meer het volgende afspraken gemaakt: de meeste pensioenen worden in ieder geval in 2021 niet verlaagd, de AOW-leeftijd gaat minder snel omhoog, de boete bij vroegpensioen verdwijnt, zzp’ers moeten zich verplicht verzekeren voor arbeidsongeschiktheid en zij moeten zich makkelijker kunnen aansluiten – of blijven – bij een pensioenfonds. Ook komen er nog aanvullende maatregelen om zware beroepen te ontlasten in de laatste arbeidsjaren, mag je op pensioendatum eenmalig 10% van je pensioenvermogen opnemen en zijn er afspraken rond het nabestaandenpensioen.
De pensioenpremies veranderen
De zogeheten doorsneepremie verdwijnt in het nieuwe pensioenstelsel. Nu is het zo dat elke werkgever binnen een bedrijfstakpensioenfonds voor elke werknemer dezelfde premie betaalt, ongeacht de leeftijd van de werknemer. Dit betekent in feite dat jongere werknemers mee betalen aan het pensioen van oudere werknemers. Hun premie kan immers langer renderen. Door de verandering van de arbeidsmarkt (vergrijzing, flexibele arbeidsmarkt en zzp’ers) is dit systeem niet vol te houden. Deelnemers aan een bedrijfstakpensioenfonds, waar veruit de meeste werknemers bij zijn aangesloten, gaan in het nieuwe stelsel daarom ook een leeftijdsonafhankelijke premie betalen. Iedereen betaalt dan nog steeds dezelfde premie, maar jongeren bouwen meer pensioen op dan ouderen en de ingelegde premie gaat in de eigen pensioenpot (zogeheten flat-ratesysteem). Pensioenfondsen zullen wel collectief blijven beleggen.
Knelpunt
Voor de groep van ongeveer 35 tot 55 jaar brengt het nieuwe pensioenstelsel onzekerheid met zich mee. Door de nieuwe premiesystematiek kunnen deze werknemers flinke financiële schade oplopen. In het pensioenakkoord is afgesproken dat deze groep wordt gecompenseerd, maar het is nog onduidelijk hoe dat gebeurt. Waarschijnlijk moet dat per branche of bedrijf worden afgesproken.
Opbouw bij een verzekeraar
Ook voor werknemers die bij een verzekeraar of PPI-pensioen (Premie Pensioen Instelling) opbouwen (ruim 1 miljoen werknemers), levert een stelselwijziging van een doorsneepremie naar een flat-ratesysteem problemen op. Zij kennen nu vaak een stijgende gestaffelde premie, waarbij naarmate je ouder wordt, je ook meer premie betaalt. Hun werkgevers krijgen daarom een uitzonderingspositie. Voor huidige werknemers hoeven zij de regels niet te veranderen, maar voor nieuwe werknemers wel. Dit betekent dat zij straks wel twee verschillende pensioensystemen naast elkaar hebben.
Wat betekent dit voor uw bedrijf?
Afhankelijk van waar het pensioen van uw werknemers is ondergebracht moet u dus te zijner tijd in actie komen. Is het pensioen van uw werknemers ondergebracht bij een bedrijfstakpensioenfonds dan moet u zich al goed voorbereiden op de compensatie die u (waarschijnlijk) moet gaan geven. Maar, let op: zoals eerder gezegd zijn de afspraken over deze compensatie nog niet ingevuld. Bij de overgang van pensioenen naar het nieuwe pensioenstelsel bij verzekeraars moeten werkgevers zich ook voorbereiden op een mogelijke compensatie. Daarnaast moet u nagaan wanneer u overstapt naar het nieuwe flat-ratesysteem voor nieuwe werknemers. Dat moet uiterlijk in 2026.
Let op! Als u een nieuwe werknemer aanneemt, kan dat voor die werknemer nadelig zijn omdat hij dan mogelijk van de oude naar de nieuwe pensioenregeling overstapt of zijn compensatie verliest. Dat is nu ook zo, maar door het nieuwe pensioenstel moet u daar als werkgever extra aandacht voor hebben. Volgens minister Koolmees (Sociale Zaken) moeten partijen daar tijdens de onderhandelingen zelf afspraken over maken. Wees daarom alert als u nieuwe werknemers aanneemt!
Tip! Er moet nog veel van het nieuwe pensioenakkoord in het wetsvoorstel dat begin 2021 naar de Tweede Kamer gaat, worden geconcretiseerd. De komende tien jaar zal het pensioen continu aan verdere modernisering onderhevig zijn. We houden u op de hoogte.