Er heerst veel verwarring over de verplichting om een verklaring te overleggen indien een ondernemer gebruikmaakt van de NOW. Om welke verklaringen gaat het?
Wat speelt er?
Om massale ontslaggolven te voorkomen, heeft de overheid begin maart de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW) in het leven geroepen. Deze NOW kent twee tijdvakken. Voor het eerste tijdvak (NOW 1.0) moest er uiterlijk op 5 juni 2020 een aanvraag zijn ingediend, het tweede tijdvak (NOW 2.0) is op 6 juli 2020 aangevangen.
Vaststelling aanvragen
In beide regelingen is de verplichting opgenomen dat de onderneming binnen 24 weken na afloop van de periode waarover de NOW is toegekend, een definitieve vaststelling van de subsidie moet aanvragen. Voorgaande geldt voor situatie 2, zoals hieronder beschreven. Wanneer u meer subsidie krijgt, zoals beschreven in situatie 3 geldt een termijn van 38 weken na afloop van de periode waarover NOW is toegekend.
Verklaring, drie situaties mogelijk
In een aantal gevallen zal de onderneming een verklaring moeten overleggen bij het vaststellingsverzoek. Daarbij zijn er drie situaties te onderscheiden.
Situatie 1
De onderneming heeft een voorschot ontvangen dat € 20.000 of lager is en de definitieve toegekende subsidie is niet hoger dan € 25.000. In dat geval hoeft uw onderneming geen enkele verklaring te overleggen.
Situatie 2
De onderneming heeft een voorschot ontvangen van meer dan € 20.000, maar minder dan € 100.000 en de uiteindelijke toegekende subsidie is meer dan € 25.000, maar minder dan € 125.000. De onderneming moet dan een zogenaamde ‘derdenverklaring’ overleggen. Deze derdenverklaring kan worden afgegeven door een accountant, administratiekantoor of een belasting- of financieel adviseur. In deze derdenverklaring bevestigt de hiervoor genoemde persoon dat uit de administratie blijkt dat de in het vaststellingsverzoek gemelde omzetdaling zich daadwerkelijk heeft voorgedaan. Het werk dat deze derde hiervoor moet verrichten en het tijdsbeslag dat hiermee gepaard gaat, zullen in de praktijk relatief beperkt zijn.
Situatie 3
Wanneer de onderneming meer dan € 100.000 aan voorschot en/of een uiteindelijk toegekende subsidie van meer dan € 125.000 heeft gekregen, moet de onderneming bij het vaststellingsverzoek een zogenaamde accountantsverklaring overleggen. Dat houdt in dat een registeraccountant (RA) of een accountant-administratieconsultent (AA) een verklaring moet afgeven over de omzetdaling en mogelijk ook de loonkosten.
Let op!De werkzaamheden en de tijd die gepaard gaan met het afgeven van een accountantsverklaring, zullen in de praktijk omvangrijker zijn dan bij een derdenverklaring. Welke werkzaamheden de accountant precies moet uitvoeren, wordt momenteel nog besproken met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Veel verzoeken
De verwachting is dat accountants en adviseurs veel verzoeken tot het afgeven van een verklaring zullen krijgen. Zorg er dus voor dat u zich tijdig bij hen meldt als u een verklaring nodig heeft.
Voorkom het schuiven met omzetcijfers
Het lijkt in een crisissituatie natuurlijk aantrekkelijk om met omzetcijfers te gaan schuiven om zo een hogere subsidie te krijgen.
Let op!Houd er echter rekening mee dat wanneer een adviseur of accountant dit constateert, u geen verklaring krijgt en dus helemaal geen subsidie krijgt en het reeds ontvangen voorschot moet terugbetalen. Daarnaast loopt u het risico dat u wegens het plegen van fraude wordt vervolgd. Kortom: presenteer de cijfers zoals ze zijn.
Een derdenverklaring mag worden afgegeven door bijvoorbeeld uw adviseur of een administratiekantoor. Deze verklaring is vereist bij een voorschot van meer dan € 20.000 of een definitieve subsidie van meer dan € 25.000. Bedraagt het voorschot meer dan € 100.000 of is de definitieve subsidie meer dan € 125.000, dan is een verklaring van een accountant vereist.