De coronapandemie heeft in 2020 een gigantische druk gelegd op de medische zorg. Er waren echter ook positieve effecten, zoals een versnelde digitalisering en innovatie in de branche. Per saldo zijn de omzet en de winst vorig jaar gegroeid, maar door de lockdowns lopen de cijfers binnen de medische zorg nogal uiteen.
Dit komt naar voren uit het nieuwe SRA-rapport ‘Branches in Zicht 2021, de harde cijfers van Nederlandse ondernemingen’.
Grote verschillen in omzet en winst
De medische zorg heeft in 2020 een verdere groei laten zien, maar per saldo iets minder sterk dan in de voorgaande vier jaren. De omzetgroei kwam uit op bijna 6 procent, tegenover 0,6 procent voor het mkb als geheel. De groei werd iets minder breed gedragen dan in eerdere jaren: 63,8 procent van de zorgondernemers zag de omzet stabiliseren of toenemen (in 2019 was dit bijna 72 procent).
De winstgroei bedroeg per saldo bijna 11 procent, maar de verschillen waren groot. Ruim 45 procent van de zorgondernemers zag de winst afnemen en 14 procent zelfs met 50 procent of meer. Daar stond tegenover dat bijna een kwart de winst met 50 procent of meer zag stijgen.
Omzet en winst over de jaren
Over de afgelopen vijf jaar zien we een redelijk stabiel verloop van de omzetontwikkeling. De jaarlijkse winststijgingen liggen elk jaar beneden het mkb-gemiddelde, met uitzondering van het coronajaar 2020 waarin de toename van de winst met 10,5% juist iets sterker was dan mkb-gemiddeld (zie de grafiek).
Huisartsen doen het goed
Binnen de branche valt op dat vooral alternatieve zorgverleners achterblijven. Ook tandartsen presteren minder goed. Beide deelbranches moesten hun behandelingen afgelopen jaar tijdelijk staken in verband met de coronamaatregelen. Huisartsen kenden over het algemeen juist een goed jaar, net als praktijken van fysiotherapeuten. Huisartsen hebben in april 2020 een vergoeding van 10 euro per patiënt gekregen als compensatie voor de extra kosten die huisartsenpraktijken hebben moeten maken. De extra kosten lijken hiermee veelal gedekt.
Personeelskosten relatief sterk omhoog
Net als in voorgaande jaren liepen de personeelskosten, met afstand de grootste kostenpost van een zorgorganisatie, op. De stijging van 8 procent lag ongeveer in lijn met 2019 en ook duidelijk boven het mkb-gemiddelde (lichte daling). Hierbij tekenen we wel aan dat in veel andere branches een forse NOW-steun in mindering is gebracht op de personeelskosten, waardoor het beeld enigszins vertekend is.
In de medische zorg zijn de loonkosten vorig jaar met ruim 10 procent gestegen, ten opzichte van een stijging van 3 procent voor het mkb als geheel. De post overige personeelskosten, waaronder ook de inzet van uitzendkrachten valt, is met 19 procent gedaald, na behoorlijke stijgingen in de voorgaande vier jaren.
Financiële gezondheid stabiel
De financiële positie van bedrijven in de medische zorg is vrijwel onveranderd gebleven. Uit de analyse van SRA-BiZ blijkt dat het percentage ondernemingen dat aan de financiële verplichtingen kan voldoen (een PD-rating < 1 procent), is uitgekomen op 89,4. De branche doet het daarmee duidelijk beter dan het mkb-gemiddelde, dat licht verbeterde naar 83,2 procent. Wel merken we op dat de verschillen binnen de branche aanzienlijk zijn.